“Leg je hoofd maar in dat bakje”. Ik volgde de vinger van de man die naast mij stond, en verbijsterd keek ik naar het bakje.
Het deed me denken aan een droom die ik als kind had. Ik denk dat ik toen net begreep dat je op “zondag” “zondagse kleren” aantrok. Witte kniekousjes met lakschoentjes en een mooi roze jurkje. Op zaterdagavond al, als we bij familie op bezoek gingen. Ik droomde dat je ook een zondags hoofd had, en dat ik met mijn vader meeliep naar de werkbank, om het hoofd te wisselen.
Vervlogen tijden hè. Maar die man met het bakje is niet vervlogen. Wel zo ongeveer de smak die ik een half jaar eerder maakte. Ik zat op de fiets toen een scooter een foutieve manoeuvre maakte. Terwijl ik viel dacht ik: “Daar ga ik, met mijn supergoede reflexen”,- want altijd een goeie keeper geweest. De stoeptegels kwamen steeds sneller op mij af, en met een smak lag ik op het trottoir. Mijn fiets vloog en belandde op mijn hoofd.
Tja, en dan ziet het leven er even anders uit. Ik had van te voren niet kunnen bedenken dat ik dit al zo geduldig en nederig zou kunnen ondergaan. Heel dankbaar naar mijn omgeving, thuis, werk, familie en vrienden, alles zo ontzettend harmonieus, dat is vast goed voor de genezing!
Ik leg mijn hoofd in het bakje, overigens zonder het eerst los te koppelen, zoef door een tunnel, paar keer op en neer en de MRI-scan is klaar. Paar dagen later de uitslag, ook die is OK.
Het is gewoon een kwestie van genezen. Ik luister nog maar eens naar een podcast over de zon, de sterren en het heelal en mijmer over een volgende stap naar herstel en reintegratie.
Ik ga zeker beter worden!