Peinzend durske

Ik zat gehurkt tegen het mukkenhok een beetje te denken. Stel dat iedereen denkt elkaar te begrijpen maar ondertussen gaat het over totaal andere dingen. Bijv.: wat de ene persoon blauw noemt, ziet het ook als blauw. De andere, bijvoorbeeld mama, noemt het ook blauw maar ziet het als rood. Tenminste zoals de ene persoon het als rood ziet. Zo zijn er hele gesprekken, men denkt elkaar te begrijpen. Maar als men werkelijk in elkaars hoofd kan kijken, ervaart men dat men elkaar totaal niet begrijpt. Het zijn dan allemaal werelden naast elkaar.

Later vond ik dat een hele mooie, ingewikkelde gedachte, bijna onvoorstelbaar voor een kind van 4, bijna 5 jaar oud. Misschien is dat ook wel. Nu, meer dan een halve eeuw later, zie ik ook het gebroken kinderhartje. Opa was een half jaar eerder verongelukt.

Ik was zo dol op opa. Hij kwam dagelijks bij ons, vaak meerdere keren per dag, op de fiets. Wij woonden op de boerderij die hij had opgebouwd. Hij nam snoepjes voor ons mee. Toen ik mazelen had, bezocht hij mij. Hij vroeg mij hoe ik volgend jaar naar school wilde, per fiets of per paard. Ik nadenkend: per paard!. Oh dat kwam mooi uit. Hij woonde vlakbij school, dan kon ik het paard bij hem neerzetten en zou hij er wel voor zorgen.

Zo was hij altijd met mij bezig.

Opa was een stoere man. Als hij op de akker was, schepte hij met zijn klomp water uit de sloot om het op te drinken. Hij had gekartelde oorrandjes, een keer, of wellicht vaker, te lang in de vrieskou gewerkt. Het was begin vorige eeuw, en hij was een pionier, een ontginner. Omdat hij daarvoor schapenherder was, kon hij sokken breien. Oma kon dat trouwens niet.

Op een mistige ochtend, op weg naar ons, is hij op de fiets door een auto geschept.

Hoe ging dat vroeger: natuurlijk mijn ouders en de hele verdere familie in shock. Wij kinderen werden misschien met een paar zinnetjes gerustgesteld. En dat was het. “Kinderen vergeten snel” werd er vaak gezegd. Zo ging dat in die tijd. Mijn ouders zagen in dit geval ook de bevestiging: ’s middags jongde er een konijn, en toen waren wij, kinderen, daar mee bezig.

Toch kan ik me de misère van die ochtend nog goed herinneren. Evenals dat mijn kinderhartje vol liefde voor opa zat.